Miljonairskind

Miljonairskind 

Miljonairskind

Rechts naast de deur in mijn kamer zit een wand, die in verbinding staat met de dienstkeuken. In de muur zitten doorzichtige luikjes met daarachter verschillende gerechten. Ik zie een bakje fruit, een cracker met iets van smeerkaas en een bordje salade. (…) Mijn kamer is best groot. Denk formaatje gymzaal. Toch is het een van de kleinste ruimtes in het onderhuis.

Zilver woont in een gewoon huis. Tenminste, zo lijkt het. Want ónder zijn huis ligt een enorm grote villa. En dan niet alleen met grote kamers en een mooi ingerichte keuken. Nee, er is ook een game-room, een basketbalveld en zelfs een achtbaan. Echt waar! Ze hebben een butler, James (die eigenlijk gewoon Willem heet) en allerlei technische snufjes in huis.

Maar behalve dat bijzondere huis is er iets anders vreemds aan de hand. De ouders van Zilver willen niet dat iemand weet dat ze zo rijk zijn. Ze zijn bang dat iemand misbruik van hun rijkdom zal maken. En dus mag Zilver niemand erover vertellen, zelfs zijn beste vriend Lennon niet. Stel je eens voor, Zilver moet zelfs oude versleten schoenen dragen die een maat te klein zijn om er vooral maar niet rijk uit te zien!

Sommige geheimen zijn echter te groot om te bewaren en op een dag neemt Zilver zijn vriend in vertrouwen. Het wordt pas écht moeilijk als de vader van Lennon als onderhoudsman in het onderhuis komt werken. En als ze er via een mysterieus briefje in codetaal achter komen dat er een inbreker is die het gemunt heeft op het onderhuis:

De viskraam staat drie keer per week onbemand. Dan zijn de visboer en zijn vrouw allebei weg. Sprotje op het vissendagverblijf. Zilvervisje op school.

Beste tijd voor het happen van het harinkje: aanstaande dinsdagochtend om 10.00 uur, na het vertrek van de vissenverzorgers.

Gelukkig zijn Zilver en Lennon heel creatief. Ze bedenken een plan om de miljoenen van Zilvers vader te redden.

Ilona de Lange schreef al 3 boeken in deze serie. Lees na dit deel ook deel 2 De geheime verdieping en deel 3 Het verborgen eiland. Een deel 4 is onderweg. Bij de Bibliotheek zijn ook de e-books van deze serie te leen. Van Ilona is ook het boek Help! Een klas zonder meester verschenen, ook een echte aanrader.

Tip voor leerlingen

In de hoofdstukken vanaf bladzijde 12 lees je over allerlei ongewone dingen in het onderhuis. Kies een stukje en vertel je klasgenoten erover, alsof je een makelaar bent die een huis moet verkopen.

Adres onbekend

Adres onbekend - Susin Nielsen

Naam: Felix Knutsson

Leeftijd: 12

Ouder/voogd: Astrid Anna Knutsson

Adres: ZVWOP

Zonder vaste woon- of verblijfplaats.

 

Er liep een rilling over mijn rug. Astrid had me er zo vaak voor gewaarschuwd. ‘Niemand mag erachter komen waar we wonen.’ Tot vanavond had ik die regel maar één keer overtreden.

Felix woont met zijn moeder (en zijn gerbil) in een geel busje uit 1987. Ze hebben het helemaal zelf ingericht met handige vakjes en opbergplekken. Een perfect busje, voor vakanties. Niet om in te wonen dus. Maar goed, het is maar tijdelijk, toch?

En dan begint school. Met wat leugens ‘volgens de Astrid-methode’ lukt het om een plekje te bemachtigen op een school waar Felix graag heen wil. Zijn moeder waarschuwt hem: Vertel niemand over “onze situatie”.

Op school doet Felix een intensief programma Frans samen met Dylan, zijn vroegere beste vriend. Gelukkig kan hij na school vaak met Dylan mee om huiswerk te maken.

Felix en Astrid moeten heel inventief zijn. Telefoons laden ze op bij een wasserette of een leegstaand huis. En bij McDonalds gaan ze naar de wc. Helaas… Astrid is niet zo handig in baantjes houden, dus een appartement zit er voorlopig niet in.

Op een dag steelt Felix een banaan bij de winkel van meneer Ahmadi.

‘Waarom heb je het gedaan? Een weddenschap? Gewoon voor de lol?’

Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik had honger.’

Hij nam me van top tot teen op. ‘Je bent vel over been. Krijg je wel genoeg te eten?’

‘Ja,’ zei ik. ‘Meestal wel.’ (…)

Even later kwam hij terug met twee in folie verpakte muffins. ‘Mijn vrouw zegt dat je ons een grote dienst zou bewijzen als je deze opeet. De uiterste houdbaarheidsdatum is vandaag.’

Felix heeft een handige eigenschap: hij kan heel goed weetjes hamsteren. Hij weet zoveel feitjes dat hij meedoet aan de auditie voor Who, What, Where, When, een quiz op tv. En daar kun je veel geld mee verdienen! Zijn vrienden Dylan en Winnie gaan hem helpen met de voorbereiding. Hoe lang kan Felix zijn geheim nog bewaren?

Susin Nielsen wilde altijd schrijfster worden. (Eigenlijk musicalster, maar ze kon niet zingen, niet dansen en nauwelijks acteren.) Ze heeft series geschreven voor de Canadese televisie. Daarna ging ze romans voor jongeren schrijven. In het Nederlands verschenen Wij zijn allemaal moleculen, Optimisme is dodelijk, Woordnerd, Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen, Adres onbekend en Iets heel bijzonders.

 

Tip voor leerlingen

Welk fragment uit het boek zou je voorlezen om je klasgenoten iets over dit boek te vertellen? Je zou het hoofdstuk Liegen volgens de Astrid-methode (blz. 39-42) kunnen kiezen. Of weten jullie nog een ander leuk fragment?

 

Een bofkont in pechstad

Een bofkont in pechstad

Nu het schemerde zag Joris in de huizen lampjes aan floepen. Maar in sommige huizen bleef het donker. Daar woonde niemand. En nu Joris goed keek waren dat best veel huizen. Minstens de helft. Ze stonden daar maar leeg te staan en hij vroeg zich eigenlijk voor het eerst af waarom.

Het zal je maar gebeuren… dat je de zoon bent van de burgemeester van Bofstad, een stad met supermooie huizen, fonteinen en grote ijstaarten. En iedereen is gelukkig! Of zit het toch anders?

Joris woont met zijn vader en dienstmeisje Nina in zo’n mooi huis. Hij vraagt Nina waarom er ook huizen zijn die leeg staan. Nina herinnert zich een lied dat haar vader vroeger zong. Een geheimzinnig lied dat ze nu voor Joris zingt.

De burgemeester besluit te trouwen met juffrouw Drakenstein. Joris weet niet goed wat hij daarvan moet denken, want zo aardig vindt hij haar niet. Op een dag wordt de juffrouw ontzettend boos op Nina als ze het mooie lied weer zingt. Nina schrikt zo dat ze vlucht.

Waarom mocht Nina dat liedje niet zingen? Joris probeert zich de tekst de herinneren: ‘Onder de grond loopt een trap naar beneden, een groot houten luik verbindt beide steden.’

Wat betekenen die woorden? Hij gaat naar de kelder en vindt een houten luik in de grond. Hij kruipt erin, valt en belandt in Pechstad. En daar is iets geks aan de hand. Pechstad lijkt enorm op Bofstad, maar in Pechstad staan de straten vol plassen, is geen eten in overvloed en werken de fonteinen niet.

Joris ontmoet Glip, een meisje bij wie hij mag blijven eten. Joris ziet hoe ze met een heel groot gezin in een klein huis wonen.

De Stakkers schrokten hun pechprut naar binnen. En toen hun kommetjes leeg waren, likten ze die uit. Na de pechprut kreeg Joris een scheut van een wit goedje in zijn kommetje. Zomaar op de restjes prut. Verbaasd keek hij ernaar.

‘Heb je nog nooit yoghurt gehad?’ vroeg Glip.

Joris had er zelfs niet eens van gehoord. En toen hij het proefde bleek het al net zo zuur als dat het rook. Heel anders dan de ijstaarten en puddinkjes die hij thuis als toetje kreeg.

Dit fragment laat goed zien dat Joris er niet zomaar vanuit kan gaan dat iedereen het net zo goed heeft als hij. 

Dan gebeurt er iets wonderbaarlijks. Glips opa, die al tijden niks zegt en tijdens het eten in zijn leunstoel blijft slapen, zegt luid en duidelijk tegen Joris: ‘Ga naar de vuurtoren.’ Bofkont Joris en Stakker Glip gaan samen via het Pechpad op avontuur.

Een bofkont is Pechstad is geschreven door Thijmen Gijsbertsen. Hij wilde als kind al kinderboekenschrijver worden. Hij heeft ook een vervolg op dit boek geschreven: Joris en het reuzenraadsel. De illustraties zijn van Marja Meijer.

Tip voor leerlingen

Ga in gesprek met het groepje dat het boek Arme Rijk geeft gelezen. Joris en Rijk zijn allebei ergens te gast voor het avondeten. Maar ze hebben allebei een heel andere ervaring. Wat is het verschil?

Arme Rijk

Arme Rijk

Er was eens, in een donkergrijs verleden, een arme jongeman.

Zijn naam was Rijk. Hij woonde in een huisje langs een dijk

en deed wat alle arme mensen deden:

hij hakte hout, hij maakte vuur, hij bakte donker brood en

waste elke week zijn vuile kleren in de sloot.

 

Rijk moet de wijde wereld in omdat zijn moeder op sterven ligt. Hij krijgt een appel en een ei mee voor onderweg. En een zak stenen. Tijdens zijn toch gebeuren er bijzondere dingen. Een zwerver vraagt hem een gouden munt. ‘Ik heb geen munten, alleen maar stenen in mijn knapzak.’ En als hij in zijn knapzak kijkt, wat zit er dan in?

Als Rijk zijn ei, zijn enige ei, weggeeft aan een moeder met zeven dochtertjes kan ze daar een hele stápel pannenkoeken mee maken.

Dit is een boek op rijm met heel veel illustraties. Je kunt het verhaal ook luisteren met de cd achter in het boek. Het boek begint een beetje verdrietig, maar toch is het een optimistisch boek. Steeds weer vraag je je af wat er nu weer voor magisch gaat gebeuren.

Stel je voor dat je ineens in je eentje op pad moet zonder dat je een huis hebt of een grote voorraad eten en drinken. Geen mobieltje of pinpas… Rijk is een jongen die toch aan anderen denkt en deelt wat hij kan, ook al heeft hij zelf bijna niks. Tijdens zijn tocht komt hij bij het paleis en hij mag dineren bij de koningin:

Rijk nam een hapje gemberwortelwafel met venkelzaad en verse mayonaise

van heggenmusseneitjes uit de koninklijke heg.

Die arme mus, dacht Rijk bedroefd, nu zijn haar eitjes weg.

 

Dit boek is geschreven door Bette Westera en de illustraties zijn van Sylvia Weve. Samen hebben ze al veel bijzondere boeken geschreven waar ze ook allerlei prijzen mee wonnen. Ze maakten bijvoorbeeld de bundel Doodgewoon met gedichten over de dood en Uit elkaar over scheiden. Of Seks is niks geks, over seks dus.

 

Tip voor leerlingen

Kunnen jullie in het boek nog een fragment vinden waaruit blijkt dat Rijk aan anderen denkt, ondanks dat hij zelf ook heel arm is?

 

Tip voor de leerkracht

Je kunt een klein fragmentje aan de klas laten horen van de cd achter in het boek.

Mijn vriend Crenshaw

Mijn vriend Crenshaw

Het was rond zes uur ’s avonds. Mijn zusje Robin en ik speelden cornflakesbal in de woonkamer van ons appartement. Cornflakesbal is een goeie truc als je honger hebt en er tot de volgende ochtend bijna niets te eten is.

Bij Jackson thuis is het helemaal niet makkelijk. Zijn ouders hebben allerlei baantjes, maar toch is er altijd te weinig geld. Ze doen wel vrolijk, maar Jackson weet dat ze zorgen hebben. Dat merkt hij als hij ’s avonds hun gesprekken afluistert. Omdat ze de huur niet kunnen betalen moeten ze regelmatig spullen verkopen. Een paar dingen die écht niet weg mogen, kunnen Jackson en zijn zusje Robin in een souvenirtas doen om te bewaren.

Vroeger, toen we altijd meer dan genoeg in huis hadden, begon ik te zeuren als mijn lievelingseten er niet bij was. Maar tegenwoordig was er zo weinig, en ik had het gevoel dat mijn ouders dat rot vonden.

‘We hebben jellybeans, mam.’

‘Ook goed. Als het maar voedzaam is,’ zei mijn moeder. ‘Morgen krijg ik mijn loon van de drogist en dan ga ik na het werk meteen naar de supermarkt om boodschappen te doen.’

Een moeder die jellybeans voedzaam noemt. Oei, dan weet je wel dat het gezin van Jackson echt arm is.

Op een dag, als hij zeven jaar oud is, ontmoet Jackson Crenshaw. Crenshaw houdt ook enorm van paarse jellybeans. Maar hij is geen gewone vriend… Hij is een hele grote kat die alleen Jackson kan zien. Nu is Jackson 11 jaar, hij zit in groep 7. En opeens ziet hij Crenshaw weer. Is het omdat Jackson bang is dat ze weer dakloos worden? Of zoals zijn vader zegt: moeten ‘busjekamperen’.

Jackson vindt het zelf ook heel vreemd, een denkbeeldige vriend. Maar het is ook wel handig en soms precies wat je nodig hebt. Want de timing van Crenshaw om weer op te duiken is uitstekend.

Mijn vriend Crenshaw is geschreven door Katherine Applegate. Voor dit boek sprak de schrijfster met jongeren over dakloos zijn. Ze heeft dus echte ervaringen gebruikt in het boek.

Tip voor leerlingen

Het gezin van Jackson moet van alles doen: muziek spelen op straat, spullen verkopen, zelfs de televisie! En toch heeft dit boek veel grappige stukken. Zoek een fragment op in het boek waaruit blijkt dat het gezin van Jackson heel arm is en lees het voor aan de klas.

 

 

Prutje, van Pieter Koolwijk

Prutje

Wat als je dag in dag uit moet werken in een fabriek? Dat is al flink pittig: zwaar werk voor weinig loon en een vieze, stoffige omgeving. En alsof dat nog niet genoeg is moet je ook nog passen op je broertje Walm die niet goed kan praten, steeds wegloopt en niet op tijd naar de wc gaat. Dat overkomt Hens in het boek Prutje. Prutje?

Door de donkere rook zat alles hier onder de as, het roet en andere smerige zooi. Overal zat een laagje viezigheid op. Prutje.

Hens besluit dat er iets moet veranderen: hij loopt weg. En hij wil wel in z’n eentje gaan, maar natuurlijk komt Walm achter hem aan. Als ze een poosje onderweg zijn, ontmoeten ze Vijf, een irritant meisje. Ze vertelt over een fantastische kleurrijke stad waar alles schoon is en het eten gratis. Ze wil per se met hen mee daar naartoe. Hens heeft daar helemaal geen zin in maar is er niks wat haar kan tegenhouden. En Walm? Die zegt alleen: ‘Mooi!’

De straat was veel breder dan ik had verwacht, met aan beide kanten huizen. Huizen in alle kleuren die ik maar kon verzinnen. Kleuren die ik nog niet eerder in mijn leven had gezien. Het geheel had iets vrolijks, iets opgewekts.

En iedereen had het naar zijn zin. Er werd gelachen, gepraat en gek gedaan.   

Er zijn allemaal vriendelijke mensen. Hens, Vijf en Walm mogen slapen in het huis van Fluf waar ze heerlijke dingen te eten krijgen. En Lokkie laat ze alle glijbanen uitproberen. Glijbanen met matjes en met water waar je zo’n grote opstopping in kunt maken.

Zullen Hens, Walm en Vijf voor altijd in deze geweldige stad blijven, zonder hun familie? Of is er een kans dat het leven thuis ook iets mooier kan worden?

Tip voor de leerlingen

Laat de voorkant van het boek aan de klas zien. Wat zien we daar?

De ene kant van het omslag is donker, de andere kant vrolijk en licht. Leg aan de klas met een voorbeeld uit waarom de illustrator Linde Faas dit zo heeft getekend.

Pieter Koolwijk heeft meerdere prachtige kinderboeken geschreven. Voor Gozert kreeg hij in 2021 de Gouden Griffel. Andere boeken die hij schreef zijn Vlo en Stiekel, De baas van de wereld en Luna. Pieter Koolwijk houdt van vrolijke verhalen vol met vreemde situaties die eigenlijk net niet kunnen. Die illustraties in het boek zijn van Linde Faas

Gepubliceerd in Boek

Spreek je chocola? – Cas Lester

Spreek je chocola? - Cas Lester

‘Jaz Watson!’ snauwde hij. ‘Ga aan je werk! Jij moet juist extra je best doen. En hou op met andere kinderen af te leiden die…’ Hij wilde net een hele preek gaan houden over hoe belangrijk Engels was voor onze toekomst (gaap) toen de deur van het klaslokaal openging en we gered werden door mevrouw C. ze had een meisje bij zich dat het schooluniform droeg en een bijpassende blauwe hoofddoek.

Als Nadima in de brugklas van Jaz komt weet Jaz meteen dat ze vriendinnen zullen worden. Er is alleen één probleem, een best groot onhandig probleem. Ze spreken elkaars taal niet. Gelukkig is Jaz heel vindingrijk – zelf zegt ze dat dat door haar dyslexie komt. Ze delen in de pauze de chocola van Jaz en het Turks fruit van Nadima en daar heb je helemaal geen woorden bij nodig. Ook worden ze heel handig in emoticontaal op hun telefoon.

Waar dit boek allemaal over gaat? Over hoe het is als je als kind je land voor een oorlog moet verlaten. Hoe lastig het is als je beste vriendin ineens een ándere beste vriendin heeft. Het gaat over Google Translate (en wat daar allemaal mis mee kan gaan), over een opdracht bij de dramales, over feestjes (wie nodig je uit en wie niet?), over dyslexie, over een liefdadigheidswedstrijd én over ‘Turks chocofruit’.

Spreek je chocola? is een grappig en vrolijk boek over leuke en niet-leuke dingen die brugklassers meemaken. Maar het gaat ook over serieuze, verdrietige dingen. Nadima is gevlucht uit Syrië. Wat doet dat met je als er tijdens een feestje vuurwerk wordt afgestoken? Als je voor school een stamboom moet tekenen en jij familieleden in de oorlog hebt verloren?

Jaz leert steeds meer over Nadima’s leven in Syrië:

‘Hadden jullie een groot huis?’

Ze schudde haar hoofd.

‘Geen huis. Flat. Iedereen flat. Alleen rijke mensen huis.’

‘Waren jullie dan niet zo rijk?’

‘Nee, niet rijk!’ zij ze lachend.

‘Waren jullie arm?’

‘Nee!’ riep ze geschokt uit. ‘Snoepwinkel heel goed!’

 

De schrijver van dit boek is Cas Lester.

Tip voor leerlingen

Lees aan de klas een stukje voor over Google Translate, bijvoorbeeld halverwege blz. 134 tot 137. Vertel de klas ook hoe het afloopt. Was het briefje goed vertaald?

Hotel de grote L

Boekrecensie Hotel de grote L - Sjoerd Kuyper

Door @wendyblogt

Kos, een jongen van dertien, vertelt over de meest bizarre periode in zijn leven. Zijn moeder is drie jaar geleden overleden en zijn vader krijgt – net op het moment dat Kos het winnende doelpunt maakt in de kampioenswedstrijd – een hartaanval. Als vader in het ziekenhuis ligt, dreigt het in het hotel dat hij runt behoorlijk in de soep te lopen. Kos probeert de zaak draaiende te houden, samen met zijn zussen: Libbie, de moederlijke oudste, gothic Briek die het liefst in haar muziek verdwijnt, en nakomertje Pel die in jurken van haar moeder rond fladdert. Maar hoe krijg je meisjes zo ver dat ze doen wat jij wilt en hoe komt het toch dat ze het steeds weer voor elkaar krijgen dat jij doet wat zij willen? Als dan ook nog blijkt dat vader grote schulden heeft en sluiting dreigt voor het hotel, zit er maar één ding op: iemand moet Miss Noordzee worden, want daaraan is een flinke geldprijs verbonden. En laat Kos nou net het mooiste meisje van het stel zijn… Maar hij heeft stevige concurrentie. Van Isabel. Het mooiste meisje van het heelal. Volgens Kos.

In het verhaal word je meegenomen in het leven van Kos, hij houdt een dagboek bij op de bandrecorder. Kos woont samen met zijn ouders en drie zussen in het hotel. Door het overlijden van hun moeder en zijn vader die niet kan werken door een hartaanval zie je hoe het de familie doet veranderen. Als blijkt dat alles in het hotel in de soep loopt probeert Kos het samen met zijn zussen draaiend te houden. Als ze denken een oplossing voor het geldprobleem te hebben blijkt de oplossing nog niet zo makkelijk te zijn.  Je wordt meegenomen in de wisselwerking tussen Kos en zijn zussen. Hij wil ze iets laten doen, maar uiteindelijk is hij aan het doen wat zij willen en blijkt hij het mooiste meisje. 

In het begin van het verhaal gaat het snel en is het wat warrig, maar als je eenmaal in het verhaal zit dan heb je daar geen last meer van. Het boek is op een leuke humoristische manier geschreven, waarbij de dood van zijn moeder en de hartaanval van zijn vader niet geschuwd worden. Het is een verhaal waarin de ene na de andere gebeurtenis plaatsvindt.  Het is op een luchtige fijne manier geschreven waardoor het een erg leuk boek is voor kinderen.

 

Informatie

Sjoerd Kuyper, 6 maart 1952, Amsterdam. Hij schrijft voornamelijk Nederlandse kinderboeken, maar hij schrijft ook scenario’s, musicals, gedichten, brieven en liedjes.

De lijst met boeken die hij heeft geschreven is erg lang. Er zitten veel bekende werken bij zoals Het boek van Ko de Boswachter, Het zakmes, Mijn opa de bankrover en natuurlijk Hotel de grote L. Deze boeken zijn ook verfilmd. Voor de musical Kruimeltje heeft hij de tekst geschreven

Hotel de grote L – Sjoerd Kuyper

Uitgever: Uitgeverij Lemniscaat

Pagina’s: 2286 pagina’s, Hardcover

ISBN: 9789047705420

Verschijningsdatum: Januari 2014

Gepubliceerd in Boek